In mijn praktijk richt ik mij op drie groepen kinderen van 0 tot 12 jaar.
Vanuit mijn werk in het ziekenhuis heb ik veel ervaring met kinderen die ziek zijn (geweest) of een moeilijke start hebben gehad, en die daar last van hebben in hun ontwikkeling. Deze kinderen en ouders/verzorgers vallen wat betreft hulpverlening vaak tussen tussen de wal en het schip. In de GGZ is men vaak minder bekend met de effecten van ziekte, en in het ziekenhuis is vaak alleen kortdurende psychologische behandeling mogelijk, terwijl dit soms langer tijd nodig heeft, gezien de forse impact van deze problematiek. Ik richt mij hierbij op de groep die het gewone onderwijs bezoekt. Deze kinderen moeten mee met ‘gewone gezonde kinderen’ maar trekken dit niet altijd. Ze hebben soms hun speelsheid verloren, kunnen meer last hebben van prikkels en hebben soms minder energie en zelfvertrouwen. Ouders of verzorgers dragen deze zorgen jarenlang en voelen zich vaak eenzaam hierin.
Een andere groep wordt gevormd door kinderen die opgroeien met langdurige en belastende ziekte van een gezinslid. Die kinderen hebben soms te veel op hun schouders en kunnen daardoor belemmerd worden in de gewone ontwikkeling.
Daarnaast ben ik er graag voor kinderen die in hun ontwikkeling belemmerd worden door andere psychische klachten zoals angsten, post-traumatische stress en gestagneerde rouwverwerking.